Geschiedenis

De geboorte van Jonosh

Jonosh ontstaat eind jaren 60 als spontaan idee bij een groep jongeren die zich niet bij de toenmalige verenigingen thuisvoelden. Heusden had in die tijd al een rijk (en braaf katholiek) verenigingsleven. Voor de wat oudere jeugd waren er onder meer de plaatselijke afdelingen van KPJ (Katholieke Plattelands Jongeren) en KWJ (Katholieke Werkende Jongeren). Of, in een aanduiding die iets meer zegt: een club voor de jonge boerenstand en een voor de arbeidersjeugd. En dan zat er in de kelder van Unitas nog een jeugdsoos, waarvan we ons alleen herinneren dat die een leiding had en meer elpees dan leden. De Heusdense KPJ-afdeling leidde in die dagen een bloeiend bestaan. De KPJ bood jongeren gelegenheid te sporten en zich cultureel te ontwikkelen. De KWJ draaide wat minder florissant en dreigde zelfs een beetje weg te kwijnen. Geen wonder dat veel babyboomers in de tweede helft van de jaren zestig, ook arbeidersjongeren, liever aansluiting zochten bij de KPJ dan bij de KWJ. Daar konden zij via afdelingsactiviteiten hun blik verruimen, onder meer op sociaal-cultureel terrein. Maar wie veel heeft, wil meer. Zo verging het ook ‘onze’ KPJ-lichting. Wij ervoeren de verticale KPJ-structuur als een te strak keurslijf: teveel regels kwamen van bovenaf, te weinig spontane ideeën konden van onderaf opbloeien. Dus zochten we naar een onafhankelijker status. Tegelijkertijd zocht men ook bij de KWJ naar een nieuwe opzet en was er sprake van enige onvrede in de toenmalige jeugdsoos. Hoe het precies gebeurde, weet ik niet meer, maar op een gegeven moment vonden de drie groepen elkaar. Misschien was het wel tijdens een concert van good old CCC inc. in zaal Unitas (georganiseerd in het kader van het 50-jarig bestaan van de parochie) dat de kiem van Jonosh werd gelegd. Feit is in ieder geval dat dit eerste echte popconcert in Heusden (flowerpower) naar meer smaakte. Eindelijk geen tango’s meer, want die kwamen ons in die tijd de (fox)trot uit. Wij waren nu eenmaal een beetje dwars. Misschien was het daarom dat behoudend Heusden er schande van sprak dat het CCC-publiek in Unitas op de grond had gezeten en wortels had gegeten en dat de jongens bij de meisjes onder de rokken hadden gekeken! Maar geroddeld werd er vanaf het prille begin.

Het eerste Jonosh-honk

In 1970 kreeg Heusdens eerste Jonosh-generatie een eigen open jongerencentrum van de grond. Het Unitas bestuur stelde een vervallen opslagloods achter het gemeenschapshuis ter beschikking, de vroegere ‘kunstmestloods’ van de boerenbond. Alras werden daar vloeren gestort, hokjes getimmerd (eentje voor de drank en een donkere kamer voor multifunctioneel gebruik) en een ‘bar-zaal’, met een stinkende petroleumkachel, ingericht. Na een tijdje kwam er ook een WC-hokje, nadat een tijdlang de buren waren platgelopen. In dit jeugdhonk stonden veelal 2de hands spullen als banken, stoelen, matrassen, geschilderde en beklede veilingkistjes en zelfs een heuse juke-box cq. geluidsversterker. Het interieur was rijk versierd met eierrekjes, beschilderde rondjes op het plafond, een prachtig beschilderde schoorsteen en in het midden de zogenaamde totempaal die de hele ruimte onderstutte. Een groot nadeel in het begin was dat stipt om 24.00 uur de stroom, die vanuit Unitas kwam, werd afgesloten. In betrekkelijk korte tijd was het soosgebouw klaar en kon er zoiets volgen als een oprichtingsvergadering. Er vielen schilderachtige suggesties voor een naam. Variërend van Hiawatta tot piep in piep uit. Het was tenslotte Ad ‘Tull’ Lenders die de nieuwe soos doopte: JON(gerenso)OSH(eusden). Waarbij, om het extra moeilijk te maken, de H niet mocht worden uitgesproken.

De hippe beginjaren van Jonosh

Jonosh was ook toen al elke dag open en fungeerde als tweede huiskamer voor de jeugd. In die beginjaren bestonden de activiteiten uit van alles wat. Er werden discussieavonden over o.a. drugs, sex en jeugdlonen georganiseerd en er werden politieke protesten gehouden tijdens carnavalsoptochten of bij de kerk tijdens de Kerst-mis o.a. tegen het overdadige kerstvreten, tegen de oorlog in Angola en de aanleg van een zweefvliegveld in Heusden. Verder waren voetballen, popfestivals, film en muziek maken, vlooienmarkten, luchtgitaarwedstrijden, thee drinken en fietstochten o.a. naar België erg populair. Er werden zelfs ludieke wielerwedstrijden op het plat dak van Unitas gehouden en VVD-ers in driedelig kostuum werden uitgenodigd om tijdens een politiek forum de zegeningen van het liberalisme te verklaren! De Jonosh-hippies kuurden zich ook uit op de befaamde Mr. en Miss Jonosh verkiezingen, en in kerstprogramma’s die een week mochten duren. Het tamelijk autonome Jonosh onderhield ook behoorlijk wat contacten, o.a. met de KWJ in Helmond, met Poertwa (later de Roos) en Freeland in Deurne, Pus (later Pepijn) in Asten en last but not least Nirwana in Lierop. Verder waren er af en toe uitwisselingen met andere jongerencentra o.a. uit Montfort en met Jefa uit Heusden-Zolder in België. Deze flower power-generatie maakte vele reacties los in het brave en katholieke Heusden. Meestal negatief: het ging zelfs zover, dat ouders hun kinderen verboden naar Jonosh te gaan, de meest zekere manier om ze naar Jonosh te sturen! In de beginjaren had Jonosh geen formeel bestuur. Jonosh was gewoon een groep jongeren die op alternatieve wijze invulling gaf aan de vrije tijd binnen een gehuurde ruimte. Jonosh kende wel een groep van mensen die afwisselend enigszins aan de touwtjes van de macht trokken om sturing en uitvoering te geven aan de wensen en ideeën binnen het jongerencentrum. Als het bestuur, wat dat dan ook voorstelde, niet genoeg organiseerde, kon het zelfs plots een ‘vice bestuur’ tegenover zich vinden. Geld kwam uit subsidie van de gemeente via de Stichting Jeugdbelangen maar vooral de opbrengst van de onvolprezen vlooienmarkten met aan het hoofd Leo van Hoek verschaften ons de middelen die we nodig hadden om te blijven draaien. Tot de potten thee uiteindelijk definitief werden verdrongen door de lucratiever flessen Dommelsch.

Jonosh uit de kinderschoenen

Het oude Jonosh achter Unitas moest in 1975/76 wijken voor een uitbreiding van datzelfde gemeenschapshuis Unitas. De volgende stek was de voormalige kleuterschool die vroeger naast de Mariaschool aan de rechterkant van het huidige pleintje stond. Dit bestond uit 2 lokalen en een doka. Daar draaide Jonosh aanvankelijk heel actief door, mede omdat het mogelijk was om er een wat grotere band neer te zetten. De overige activiteiten uitgezonderd de foto-club en de ping-pong-competitie stierven op den duur een langzame dood. In 1978 worden er nieuwe eisen gesteld om in aanmerking voor gemeentelijke subsidiegelden te komen. Jonosh kon kiezen tussen het onafhankelijk van de gemeente verder gaan en dus zonder subsidie rondkomen of het oprichten van een stichting of een vereniging waarbij subsidie aan Jonosh als rechtspersoon kon worden toegekend. Na veel wikken en wegen werd gekozen voor het oprichten van een vereniging welke sinds 1978 ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. In het kader van een algehele renovatie van de oude school werden in 1981 de voormalige kleuterlokalen afgebroken. Jonosh kreeg in het te creëren Jeugdgebouw, dat gedeeld zou worden met KPJ, Jong Nederland en Pinkeltje, nieuwe lokalen toegewezen. De accommodatie werd plots een stuk verbeterd en inhoudelijk ontstond ook een heel ander Jonosh. Een nieuwe bestuurslichting verving de oude ‘hippie garde’. Het vrijheid blijheid principe dat Jonosh tot een buitenbeentje had gemaakt in het Heusdens verenigings leven werd vervangen door een formelere verenigingsstructuur. Helemaal gladjes verliep deze metamorfose niet. Er waren wel degelijk wrijvingen tussen de oude anarchisten en de nieuwe sociale werkers. Jonosh draaide in die tijd dan ook niet optimaal.

M.T.C. Jonosh

Medio 1982 werd door een aantal motorrijders en ouwe leden een nieuw bestuur opgericht, een soort coupe, want dit ging op ondemocratische manier buiten de jaarvergadering om. Jan Driessen werd de nieuwe voorzitter, Jan Janssen de nieuwe secretaris en Sjaak Bekx de nieuwe penningmeester. De verenigingsstructuur binnen Jonosh werd formeler en door sommigen als dictatoriaal bestempeld. De MotorToerClub (MTC) nam hierbij een dominante positie in en zorgde zo voor het voortbestaan van Jonosh, omdat Jonosh in die dagen zeker niet optimaal draaide. Deze motorclub werd rond 1980/81 opgericht en tijdens het Paasweekeinde van 1981 werd de eerste toertocht van de MTC Jonosh verreden. Door het vrij algemeen heersende gebrek aan munten was de staat van de motoren navenant en vaak kwam men dan ook niet zonder stukken aan. De behoefte aan een eigen clubhuis groeide en met het resterende Jonosh groepje werd afgesproken dat de donderdagavond dé motorontmoetingsavond zou worden. De MTC kreeg een toercommissie die talloze weekenden organiseerde naar België, Luxemburg, de Harz, de Eiffel en de kust. Verder waren er uitwisselingen met MTC Tiedzat, technische avonden, behendigheidsdagen en zoek/puzzeltochten, later gecombineerd met bergbeklimmen, grottentochten en kanoën. De inmiddels legendarische Paasweekenden trokken op het hoogtepunt zo’n 65 motorrijders naar Diekirch. Via concerten en theatervoorstellingen kwam langzaam een steeds breder publiek binnen. Dankzij een echt podium met artiestenruimte werden de optredens steeds beter en groter. De nieuwe ruimte in het jeugdgebouw was zo groot dat er een bar in werd gebouwd met een heuse tapkraan. Jonosh werd voortaan ook bezocht door mensen van de andere verenigingen die in het jeugdgebouw zaten, hetwelk uiteindelijk leidde tot een aantal gezamelijk georganiseerde Heusdense evenementen als de Lentefeesten en het JoJofeest. Dat Jonosh een open karakter kreeg, bleek duidelijk toen de (tweede) jeugdsoos van Unitas op een gegeven moment op de zaterdagavond permanent onderdak kreeg in de Jonosh lokalen.

Jonosh groeit

Vanaf 1987 komt er weer langzaamaan vernieuwing op gang in de Jonosh-gelederden. Omdat deze nieuwe jongeren veel taken moeten overnemen van een inmiddels volwaardig jongerencentrum was het belangrijk dat zij de kneepjes van het vak kenden die ze uitgelegd kregen van de Jonosh-dertigers. Hiermee werd in principe de grondslag gelegd voor de toekomst van Jonosh. Dit Jonosh-gevoel bestond uit een samenhorigheid die mensen van diverse leeftijden en met verschillende achtergronden samen deed komen om lol te hebben, te ouwhoeren, te drinken of om samen iets te organiseren of op te bouwen. In 1990 volgt de explosie van een deel van het jeugdgebouw. Na een ellenlange en eeuwenoude discussie over een wel of niet wederopbouw van de Mariaschool, volgt een tweede ingrijpende vernieuwing van het gebouw. Vanaf die tijd loopt het bezoekersaantal op en gaat Jonosh gouden tijden tegemoet. Er word veel live gespeeld (Jonosh bouwt een heuse reputatie op in het band- en podiumcircuit) op een spiksplinter nieuw podium en er wordt meer en bekender theater naar Heusden gehaald, ook word er nog altijd gevoetbalt door nog altijd langharige kerels, illegaal film gekeken, meer koffie dan thee gedronken en nog altijd veel geouwhoerd en gediscussieerd. Jonosh ging zich ook toeleggen op activiteiten die meer naar buiten waren gericht als de Lentefeesten, het JoJofeest en de kermis. Jonosh kreeg hiermee veel bijval uit de Heusdense samenleving en de drempel van vroeger verdween. Zelfs de pastoor werd een regelmatige bezoeker! Verder blijven de ludieke activiteiten: Ardennen-offensief, simultaan-schaken, bargroepencompetities, thee-matinee, Night of the Movements of de videomarathon. De jaren 90 kenmerkt zich door een constante groei en instroom van nieuwe groepen jongeren terwijl de oudere generaties blijven hangen. Dit leidde ook nu regelmatig tot conflicten voornamelijk over verantwoordelijkheden met betrekking tot sluitingstijden, de muziekkeuze en het al dan niet slapen in Jonosh maar ook over schijnbaar onbenullige zaken als bierpakketten.

Jonosh anno 2020

Het gaat goed met Jonosh en de organisatie. Het bestuur en de vrijwilligers blijft zich regelmatig vernieuwen om vervolgens opgevolgd te worden door een jongere generatie. Door de goede contacten met o.a. de gemeente en de goed ingewerkte organistie wist Jonosh van alles voor elkaar te krijgen, wat o.a. de verbouwing alleen maar makkelijker heeft gemaakt. Verder zijn ook de ideëen bij de jeugd nog altijd nieuw en verfrissend, denk aan de Jazz-avonden, het Oktoberfest, Old MacDonald had a farm-party, Karaoke en natuurlijk Jonosh in Space. Een ander (ook al oud) fenomeen is de festivalkoorts bij de jongeren. Op festivals als Pinkpop, Werchter, Neurorock, Pukkelpop, Lowlands en Dynamo heeft Jonosh menig visitekaartje achtergelaten. Men struint stad en land af op zoek naar memorabilia als vlaggen, beschilderde doeken, lichtslangen, mascotten, verkeersborden, dranghekken, banken en zelfs vuilnisbakken, en dat alles om Jonosh sfeervoller uit te laten komen. Jonosh nu is een bloeiend jongerencentrum in een monumentaal gebouw midden in Heusden. De jongeren die binnenkomen blijven komen, want ze stoppen er een stuk van zichzelf in en worden meteen bij het gebeuren binnen Jonosh betrokken. Vooral dit Jonosh-gevoel is belangrijk om een jongerencentrum als Jonosh waar veel verschillende groepen jongeren komen en dat iedere dag open is draaiende te houden. Jonosh heeft in de afgelopen 50 jaar voor meerdere generaties veel betekend. De geschiedenis blijkt zich in Jonosh keer op keer te herhalen. Dit geldt niet alleen voor de activiteiten, de muziek en het gebouw maar ook voor de mensen zelf. We zien tegenwoordig de kinderen van de oude Jonosh-pioniers de zaakjes in handen nemen en in principe exact dezelfde dingen doen: gezellig uit je dak gaan en jezelf zijn op een plek die zijzelf gecreëerd hebben.